Boringen en peilbuizen
Boringen worden uitgevoerd met verschillende doeleinden:
- Bepalen van de aard van de ondergrond (zand, klei,...) met een visuele beschrijving
- Uitvoeren van laboratoriumproeven met het oog op het verkrijgen van informatie betreffende de grondsoort en grondmechanische parameters
- Nagaan van de aanwezigheid van verontreinigende stoffen.
Grondstalen kunnen op 2 manieren worden ontnomen afhankelijk van het doel van het onderzoek:
- Bij een geroerde staalname wordt het bodemprofiel verstoord tengevolge van de gebruikte boortechniek.
De stalen worden gebruikt voor het bepalen van de fysische eigenschappen en de aard van de ondergrond (zand, klei, leem...), milieuparameters (aanwezigheid van verontreiniging met zware metalen, PAK,...) of bepaalde grondmechanische proeven (korrelgrootteverdeling, watergehalte,...) - Bij een ongeroerde staalname wordt een grondmonster ontnomen zonder het grondprofiel te verstoren.
Dergelijke staalname wordt toegepast met het oog op het onderzoeken van de grondmechanische eigenschappen waarbij de grond niet ‘geroerd' mag zijn zoals bijvoorbeeld voor de bepaling van volumegewichten, triaxiaalproeven, samendrukkingsproeven,....
Na het uitvoeren van een boring kan een peilbuis geplaatst worden in het boorgat. Een peilbuis is een buis gemaakt uit HDPE of PVC met een geperforeerd gedeelte (filter) en heeft een diameter van 32 of 50 mm.
Een peilbuis wordt gebruikt voor het bepalen van de grondwaterstand en de opvolging van het grondwaterpeil gedurende een langere periode maar kan ook gebruikt worden voor grondwaterstaalname om de verontreinigingstoestand van grondwater na te gaan.